“Hotel Grafzicht”, grapt m’n wederhelft. De ‘Inn at Cemetery Hill’ in Gettysburg ligt inderdaad naast een enorm kerkhof op een heuvel. Op deze National Cemetery liggen veel soldaten begraven uit de burgeroorlog, maar er staan ook stenen voor soldaten uit andere oorlogen. Rondom deze heuvel heeft begin juli 1863 de grootste veldslag op Amerikaanse bodem plaatsgevonden. Dit keerpunt in de burgeroorlog kostte ruim 7000 soldaten het leven, en nog een ruime 40.000 anderen raakten gewond of vermist.
’s Ochtends ben ik uit Stroudsburg, Pennsylvania vertrokken. De navigatie ingesteld op het nemen van een ‘scenic’ route richting Lancaster. Dat lijkt de Harley te snappen. Steeds minder onwennig draait de machine mooie bochten door de heuvels. Na anderhalf uur sturen kom ik in een dorpje Dave’s Diner tegen en besluit een bak koffie te drinken. Achter me zit een oudere man met twee van z’n dochters, die zelf ook niet meer de jongste zijn. Ze bespreken de nieuwe vriendin van pa. Die vinden ze nogal passief. Waarschijnlijk heeft haar vroegere echtgenoot haar altijd verteld wat ze doen moest, vertellen ze de man. “Maybe she needs a good beating, you know. Some woman are like that.” Daarna richten ze hun aandacht op mij en willen alles weten over de reis. Ze wensen me nog veel plezier. Ik hun een fijne dag.
De hele dag zitten er al donkere wolken in de lucht. Vlak voordat ik Gettysburg bereik vallen de eerste druppels maar het zet nog niet door. Tijdens een wandeling over de slagvelden begint het ineens enorm te waaien. De donkere wolken komen plats dichterbij. Terug in het hotel stort de hemel leeg.
De dag erna, op weg naar Shenandoah National Park, was er ook voor de middag regen voorspeld. De Harley heeft een feature dat deze automatisch overschakelt op de Weather Band als er waarschuwingen uitgegeven worden. Een uurtje onderweg komt de eerste melding. Voor Pennsylvania is een ‘Tornado Watch’ ingesteld. Gelukkig rij ik net Maryland in. ’s Ochtends hadden de weer-apps nog aangegeven dat het zuidelijker pas in de avond zou gaan regenen. In Front Royal, Virginia, aan de voet van het National Park, drink ik een koffie en controleer nogmaals de buienradar. Er komt wat aan, maar het lijkt nog wel een paar uur te duren.
Bij de poort van het park koop ik een jaarkaart voor alle Nationale Parken. Ik zal er nog genoeg tegenkomen dus dat spaart geld. Ik stuur de motor de Skyline Drive op, een 160 kilometer lange weg door het park, grotendeels op een bergrug. Hierdoor is er regelmatig uitzicht naar het oosten en dan weer naar het westen. Na een flink stuk in het park kijk ik naar de benzinemeter. Dan realiseer ik me dat die 160 kilometer door een park gaat. Zullen daar wel pompen zijn? Een dame in een soort scouting uniform op de volgende Visitor Centre stelt me gerust. Over negen mijl kan getankt worden. Voortaan maar beter over nadenken. Tussen hier en Boston was de weg bezaaid met tankstations. Verder naar het westen zal dat steeds minder worden.
Weer steekt de wind op. De luchten waren in het oosten de afgelopen uren steeds donkerder geworden. Dan komt de eerste, voorzichtige, regen. De eerste parkeerplaats, voor een overlook, een uitzicht, ga ik de weg af en trek snel m’n regenkleding aan. Er is geen plek om te schuilen dus ik draai met lichte tegenzin de weg weer op. Nog geen 500 meter verder staat het tankstation aangegeven en kan ik onder een afdak schuilen voor de stortregens, bliksem en donders. De dag erna hoor ik dat een tornado over Maryland heeft getrokken, niet ver van de route. De tweede in een week.
Gettysburg, Pennsylvania
30°C, zon en zwaar onweer
Shenandoah National Park, Virginia
28°C, zon en zwaar onweer (en tornado’s)