Een paar van de Spaanse krachttermen herken ik. Omar, m’n Uber chauffeur uit de Dominicaanse Republiek, is net begonnen aan z’n dienst en moet duidelijk nog zin krijgen in de avondspits. Een paar minuten daarvoor heeft hij me opgepikt op de speciale standplaats voor App Rides op het vliegveld van Boston. Nu storten we ons samen in grauwe betonnen tunnels die de opeengepakte stroom auto’s aan de andere kant van het water brengen moeten.

Hij vraagt nogmaals wat ik ga doen de komende weken. Omar kan het niet geloven, zo ver rijden op een motor. In de Dominicaanse Republiek handelt hij in crossmotoren. Trots laat hij ze zien. Hiervoor moet hij wel z’n mobiele telefoon van het raam pakken en door Instagram bladeren. Een paar keer glijden m’n steeds meer bezwete handen van de rugleuning van de stoel voor me als Omar keihard op de rem moet. Waarom zou je ook op het verkeer letten als je het over motoren hebben kan? Tactisch probeer ik een onderwerp aan te snijden waar we geen foto’s op mobiele telefoons voor nodig hebben. Omar laat zich echter niet van de wijs brengen en brengt telkens het gesprek weer naar zijn favoriete onderwerp. Zou hij die hoge rating op Uber hebben omdat hij zo volhardend is? Uit nood fake ik dat ik heel belangrijke berichten moet beantwoorden. Licht teleurgesteld hangt Omar z’n telefoon weer terug en heropent de Uber app. Hij vloekt nog wat binnensmonds als door z’n mobiel nieuwe vertragingen in het Spaans worden meegedeeld.

Wat later op de avond loop ik te slenteren in de buurt. De bagage staat veilig in m’n appartement en ik wil weten waar ik geland ben. Langs de straten staan bakstenen huizen, een paar verdiepingen hoog met een hoge trap naar de ingang. Ze hebben een wat sjieke uitstraling maar ik kan niet inschatten of de bewoners rijk of arm zijn.

“Hey man, do you have a cigarette for me?”, hoor ik van een trap komen. In een rap tempo stormt een gast die niet zou misstaan in de serie Sons of Anarchy naar beneden. Zou hij die vraag standaard roepen naar alle voorbijgangers zodra hij zijn huis uit komt? Ik besluit dat mijn baardje net zo stoer is als de traan die onder z’n linkeroog is getatoeëerd en knoop een praatje met hem aan. Al snel gaat het over motorrijden en over coffeeshops in Amsterdam. “What’s your name?”, vraagt hij. Een vraag die je in Europa niet binnen een paar zinnen aan iemand stelt maar hier heel normaal lijkt. Zijn naam is Jeff.

Hij vertelt dat hij op weg is naar een meeting van de AA, de anonieme alcoholisten. “You wanna come? It’s really nice to hear all those stories.” Even twijfel ik, wel een interessante manier om lokale mensen tegen te komen. Dan bedenk ik dat ik nu al moeite heb om m’n ogen open te houden. Het is tenslotte 2 uur ’s nachts in Nederland en mijn lijf vindt dat we daar nog zijn. “OK, that’s fine. Enjoy your trip”, roept Jeff me achterna terwijl hij zich weer uit de voeten maakt. Ik vermoed dat dit gesprek zich de komende weken in vele vormen gaat herhalen.

Columbus Ave, Boston

Boston

16°C, zonnig